Wet Arbeidsmarkt in balans (Wab) aangenomen

Deze wet gaat in per 1 januari 2020. Doel hiervan is het verkleinen van de verschillen in kosten tussen vast en flexwerk. Men wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om werknemers snel een vast contract te geven. Een aantal van de maatregelen lichten wij hieronder toe.

Ketenregeling
De ketenbepaling wordt verlengd van twee naar drie jaar. Dat houdt in dat je een werknemer maximaal drie elkaar opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten mag aanbieden gedurende een periode van drie jaar. De tussenpoos van zes maanden tussen arbeidsovereenkomsten om de keten te onderbreken blijft ongewijzigd.
Let op: er geldt geen overgangsregeling. Tijdelijke arbeidsovereenkomsten waarvan de termijn van twee jaar nog niet verstreken is in december 2019, mogen alsnog verlengd worden naar drie jaar mits dit maximaal het 3e opeenvolgende contract is dat wordt aangeboden. Of dit verstandig is dient per situatie bekeken te worden. Wij gaan de komende tijd inventariseren bij wie dit speelt en zullen onze klanten hierover tijdig informeren.

Oproepovereenkomst
Bij oproepovereenkomsten, zijnde arbeidsovereenkomsten waarbij de omvang van de arbeidsuren niet is vastgelegd en de werknemer geen recht op loon heeft als hij niet werkt, geldt het volgende. Na een jaar moet de werkgever de oproepkracht een aanbod doen voor het aantal arbeidsuren dat de oproepkracht gemiddeld over dat jaar heeft gewerkt. Het is aan de oproepkracht om dit aanbod al dan niet te accepteren, maar er moet een aanbod gedaan worden. Dit geldt ook voor oproepkrachten die per 1 januari 2020 12 maanden in dienst zijn. Zij moeten uiterlijk op 31 januari 2020 een aanbod ontvangen van de werkgever voor een vaste arbeidsomvang. De Wab verplicht de werkgever niet om een contractverlenging of vast contract aan te bieden. De aanpassing van de arbeidsduur kan geregeld worden door het sturen van een brief of e-mail en de wijziging toe te voegen aan de arbeidsovereenkomst. Werkgevers bij wie dit aan de orde is zullen wij hierop attenderen.

WW-premie
De sectorpremie voor de WW vervalt en de sectorfondsen worden afgeschaft. Wat houdt dit in?
Werkgevers gaan een lage WW-premie betalen voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en vaste uren. Deze lage premie geldt ook voor jongeren tot 21 jaar die minder dan 12 uur per week werken en BBL’ers. Voor tijdelijke contracten is de WW-premie 5% hoger.
Als werkgever ben je met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie verschuldigd als achteraf blijkt dat de werknemer meer dan 30% van de afgesproken arbeidsduur heeft overgewerkt in een kalenderjaar (dit geldt voor dienstverbanden tot 35 uur per week). Dit alles komt voort uit de loonaangifte die dan na een jaar gecorrigeerd moet worden. Op de loonstroken dient vermeld te worden of het een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst betreft.

Transitievergoeding
Vanaf de eerste dag van het dienstverband heeft de werknemer voortaan recht op een transitievergoeding als op initiatief van de werkgever het contract wordt beëindigd. Ook als dit tijdens de proeftijd gebeurt. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, ongeacht de duur van het dienstverband.

Ontslaggronden combineren
Werkgevers kunnen bij ontslag van een werknemer individuele ontslaggronden (die op zichzelf niet volstaan) combineren. Op basis van een combinatie van twee of meer ontslaggronden kan de rechter dan toch de arbeidsovereenkomst ontbinden. In dat geval kan er wel een hogere transitievergoeding toegekend worden tot een maximum van 150%. En/of bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever een aanvullende vergoeding.

Wet Arbeidsmarkt in balans (Wab) aangenomen